In december 2000 komen we in contact met dhr
De bouw van een cello

Aan de hand van foto's en tekst kunt u de bouw van cello volgen

 De afwerking
 

 


Het hout

Voor het bouwen van een cello gebruiken we altijd de hoogste kwaliteit hout.
Voor het onderblad kiezen we voor mooi gevlamd esdoorn waaruit het het blad gestoken kan worden
Het klankblad wordt van fijn generfd fijnspar
Het hout voor de hals en de krans is geselecteerd op vlamtekening passend bij het onderblad.
De toets, de snaarhouder en de stemschroeven is ebbenhout.

                       c5

 

De mal

Met behulp van een zinken mal, die we overnemen van de bouwtekening, maken we de houten mal waaromheen de krans gevormd wordt.
In de mal worden de hoekblokken, het halsblok en het onderblok zo bevestigd dat deze later makkelijk losgemaakt kunnen worden.

 

mal
mal1

 

De Krans

De krans is de opstaande rand tussen de beide bladen van de cello.
Hiervoor gebruiken we mooi gevlamd esdoorn dat past bij het onderblad en de hals.



krans1 krans2

randverst

 

We maken de stroken esdoorn die bedoeld zijn voor het maken van de krans op dikte.
Als de stroken op maat en op dikte zijn gebracht worden de kransdelen met behulp van een buigapparaat in vorm gebogen. De gevormde kransdelen worden vervolgens op de hoekblokken , het halsblok en het onderblok gelijmd
.
Voordat we het onderblad op de krans lijmen brengen we aan de binnenkant van de krans een rand versterking aan. Dit is een smalle strook vurenhout, gebogen in de vorm van de kransdelen die de krans niet alleen versterkt maar ook het lijmoppervlak voor het blad vergroot.       

Na zorgvuldige controle van de krans op zijn haaksheid wordt het onderblad er op gelijmd en geklemd 
Later wordt de houten mal verwijderd.     
       

                   

 

Het onderblad  

Het onderblad van de cello maken we van twee delen esdoorn die radiaal uit de stam zijn gezaagd en samen gelijmd tot een blad.
Esdoorn  is loofhout dat groeit in Europa, West Azië, Noord Amerika en Canada.
Het heeft in de verschillende gebieden een andere naam. Zo heet esdoorn in Canada maple,
in Duitsland ahorn.
De botanische naam voor esdoorn is: Acer Platanoides
Voor instrumentenbouw wordt het Acer pseudoplatanus gebruikt.
De boom kan een hoogte van wel 30 meter bereiken en een omvang van 1.5 m
Het zg. witte esdoorn is erg gewild ook vanwege de mooie "vlammen".
Het beste esdoorn komt uit Hongarije en Bosnië. Vroeger leverden Zwitserland en Tirool veel esdoorn voor de bouw van viool en cello.

Als met behulp van de krans de vorm van de cello is afgetekend en is uitgezaagd gaan we met de gutsen de welving van het instrument steken.
Voor het onderblad hebben we malletjes gemaakt. 
Met behulp van deze mallen wordt de welving van het onderblad aangebracht met schaafjes, schraapstaal en schuurpapier.

We draaien nu het blad om en gaan de binnenkant bewerken. Op regelmatige afstand zijn er gaten geboord tot op 7 millimeter van de buitenkant. Vervolgens hakken we het hout weg en schaven aan de binnenkant het blad op dikte. Regelmatig opmeten en de laatste tiende millimeter wegschrapen met schraapstaal en gladschuren. 

 

 

onderblad
celloonderblad
c

cellobovenblad

krans
cbl

 

Als we het onderblad klaar hebben wordt dit op de krans gelijmd waarbij we er vooral lettenop dat deze exact haaks blijft.
Daarna wordt de binnenmal verwijderd.

Het bovenblad  

f1 b3 b5

Het bovenblad, ook wel het klankblad genoemd, is van fijn generfd fijnspar en wordt op de zelfde manier als het onderblad afgetekend en uitgezaagd.
Het blad wordt gewelfd met behulp van malletjes en aan de hand van gegeven maten wordt het blad aan de binnenrzijde uitgestoken en op dikte gebracht zoals dat gebeurde bij het onderblad.

Na zorgvuldige controle van het verloop van de bladdikte tekenen we de f-gaten af en snijden deze uit.
Daarna plaatsen we de zangbalk.

Nu is ook het bovenblad klaar om gelijmd te worden.

De fijnspar, Picea abies, is een naaldboom met een smalle, kegelvormige kroon en roodbruin geschubd schors. Hij komt voor van Scandinavië tot in Rusland. In Nederland komt de boom voor als exoot, maar hij groeit niet optimaal. Alleen in Drenthe is de groei goed. De fijnspar staat in mei en juni in bloei, en dezelfde boom is zowel mannelijk als vrouwelijk. Het hout, vurenhout, wordt veel gebruikt binnenshuis en als grondstof voor papier. De bomen die worden gekapt voor klankhout voor instrumenten groeien op ca 1000 m hoogte aan de noordkant van de Alpen en worden zorgvuldig geselecteerd.

 

De hals en schroevenkast

De hals, de schroevenkast en de krul worden uit een blok esdoorn gezaagd, de schroevenkast en de krul met behulp van een zinken mal afgetekend en gesneden.
als dit klaar is wordt de hals in het bovenblok aa
n de krans bevestigd.

 

h1
h2 h3

 

  

De randinleg           

Als de bladen gelijmd zijn snijden we een groef evenwijdig aan de omtrek van de bladen waarin de randinleg wordt gelijmd. Deze randinleg, die in zeer decoratieve functie heeft beschermt de bladen tegen inscheuren en wordt dus niet alleen als versiering aan gebracht. Het strookje inleg materiaal bestaat uit twee laagjes ebben met daar tussen esdoorn.

 

randinleg
randinleg1

  

De afwerking

De hals wordt nu geplaatst en als de toets, de kam en de snaarhouder gemaakt zijn kunnen we beginnen met de afwerking. Het lakken is een precies karwei waarbij meerdere dunne laagjes over elkaar de uiteindelijk kleur aan het instrument geven.
Na zorgvuldig drogen gaan we decello speelklaar maken.
De toets wordt gelijmd, de stemschroeven op maat gemaakt en geplaatst, de snaarhouder bevestigt aan de pen. Dan kunnen we instrument besnaren.

Dan is het grote moment gekomen. Hoe gaat de cello klinken? Wat moeten we nog doen om de klank te verbeteren. Testen , spelen!
            
afweking
agwerking1
afwerking

Naar boven